de kaneelstok zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ka'nelstɔk ] Afbreekpatroon: ka·neel·stok Verbuigingen: kaneelstokken (meerv.) 1) staafvormig stuk snoepgoed met kaneelsmaak Voorbeeld: 'een zuurstok en een kaneelstok kopen op de kermis' 2) opgekruld stuk bast van de kaneelstruik Voorbeeld: 'laten trekken met een kan... Gevonden op https://woorden.org/woord/kaneelstok