de kansel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'kɑnsɛl ] Afbreekpatroon: kan·sel Verbuigingen: kansels (meerv.) verhoging in een kerk van waaraf de preek wordt gehouden Synoniemen: preekstoel Gevonden op https://woorden.org/woord/kansel
Let op: Spelling van 1858 een spreekgestoelte, preekstoel, waarvan redevoeringen tot het volk gehouden worden Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/