de kapucijner zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɑpy'sɛinər ] Afbreekpatroon: ka·pu·cij·ner Verbuigingen: kapucijners (meerv.) bruine erwt die in gedroogde vorm lang bewaard kan worden Voorbeeld: 'kapucijners met spek' 
1) Groente 2) Peulvrucht 3) Sisser 4) Aap 5) Kloosterling 6) Bedelmonnik 7) Tuinbouwgewas 8) Monnikenorde 9) Monnik 10) Duif 11) Eetbare peulvrucht 12) Bruine erwt 13) Raasdonder 14) Erwten 15) Grauwe peulvrucht 16) Grauwe gedeukte erwt 17) Gewas 18) Erwt 19) Velderwt 20) Grauwe erwt 
De 'kapucijner' ('Pisum sativum' var. 'arvense') is een variëteit van de erwt. Kapucijners zijn klimplanten die bloeien met purperen bloemen.
soort van erwt
soort van erwt
peulvrucht (toon de herkomst via de etymologiebank)