de Kazak zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ka'zɑk ] Afbreekpatroon: ka·zak Verbuigingen: Kazakken (meerv.) de Kazak - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ ka'zɑk - sə ] Afbreekpatroon: ka·zak Verbuigingen: Kazaksen (meerv.) iemand met de Kazakse nationaliteit 2 definities...
1) Aziaat 2) Blouse 3) Boerenkiel 4) Boezeroen 5) Grof geknoopt tapijt 6) Grofgeknoopt kleed 7) Grofgeknoopt tapijt 8) Kledingstuk 9) Korte overjas 10) Lang overkleed 11) Lange bloes 12) Lange blouse 13) Lange damesblouse 14) Lange overjas 15) Mansoverkleed 16) Overkleed 17) Reismantel 18) Tapijt 19) Wijd kledingstuk 1) Boezeroen 2) Jas 3) Overkleed 
overkleed, tapijt (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) jas, rok of kiel 2) lange damesbloes tot op de heupen die over de rok of broek gedragen wordt