de kelerelijer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ke·le·re·lij·er Verbuigingen: kelerelijers (meerv.) Verbuigingen: kelerelijertje (verkleinwoord) 1) iemand die aan de 'kelere' (cholera ?) lijdt Voorbeeld: 'de spelling wil nog wel eens variëren van 'klere' via 'keleire' tot 'koeleire'' 2) rotzak . 1 definitie...... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kelerelijer