
1.koesteren Voorbeeld: ‘
De kippen en de duiven hielden zich om de warmte,, gekloesterd in het streepke zonne voor 't wagenhuis’ (Langs Wegen 33) Voorbeeld: ‘
't Geeft geen genot meer om 's avonds met de voeten op de kachel te zitten kloesteren’ Voorbeeld: ‘
Hij liet er zich kloesteren en bewonderen door dat goede warmbloed...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.