kind, jongen - Voorbeeld: ‘Aan de hoek, bij het appelkraam, waar de eerste kleermaker woonde, stonden een bende jongens van de plaats en als ze de koeier zagen afkomen, hielden zij hem gezamenlijk in de mot. Als diezelfde knekers het waagden tijdens de week, een buitentoertje te doen te lande en Spore hen zag afkomen, waren ze zeker van iets ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php