knetteren werkw. Uitspraak: [ ˈknɛtərə(n) ] Afbreekpatroon: knet·te·ren Vervoegingen: knetterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknetterd (volt.deelw.) 1) snel opeenvolgende ploffende geluiden maken Voorbeeld: 'Het vuur in de openhaard knettert.' 2) fel of heel levendig zijn Voorbeelden: 'Tijdens het f... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knetteren