de knickerbocker zelfst.naamw. (m.) wijde korte broek wa Synoniemen: kniebroek 
1) Broek 2) Drollenvanger 3) Kniebroek 4) Ouderwetse pofbroek 5) Kledingstuk 6) Wijde kniebroek 
Bij de knickerbocker of drollenvanger komen de pijpen onder de knie samen. Kuifje droeg ze lange tijd tot hij een meer eigentijdse pantalon kreeg aangemeten.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Amerikaans), naam voor de bewoners van den staat New-York; naar Diedrich Knickerbocker, den held van een humoristisch verhaal van Washington Irving, waarin deze de Hollanders, de oorspronkelijke bevolking van New-York (Nieuw-Amsterdam), beschrijft.
kniebroek
Broek die komt tot net boven de kuiten.
kniebroek (toon de herkomst via de etymologiebank)
De 'knickerbocker' is een broek die vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw door mannen en jongens gedragen werd. Het was gebruikelijk dat jongens wanneer ze wat ouder werden (zo rond 17 jaar) de knickerbocker verwisselden voor een plusfour.