de laan zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ lan ] Verbuigingen: lanen (meerv.) weg met bomen aan beide kanten de laan uitsturen ((iemand) ontslaan) Synoniemen: allee dreef Spreekwoorden en zegswijzen • iemand de laan uitsturen (=iemand ontslaan) Naar de spreekwoorden 7 definities...
1) Aangelegde weg 2) Allee 3) Avenue 4) Balk van een hooiberg 5) Beplante weg 6) Boulevard 7) Brede weg met bomen 8) Deel van een stad 9) Deel van een woonwijk 10) Doorgaande weg 11) Dreef 12) Dreef met bomen 13) Dunne draad van metaal 14) Dunne metaaldraad 15) Dunne metalen draad 16) Landouw 17) Laning 1) Allee 2) Avenue 3) Boulevard 4) Dreef 5) Lei 6) Straat 7) Toegangsweg 8) Wandeldreef 9) Wandelweg 10) Weg 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Allee, Laan``] een aan beide zijden met boomen beplanten weg van geringe lengte, in een park als anderszins
dun metaalblad (toon de herkomst via de etymologiebank)
•weg die aan beide kanten wordt geflankeerd door bomen. (+audio)
weg
Weg met rijen bomen aan één of twee zijden, vanuit esthetische motieven, tegen weersinvloeden en - of voor de de houtproductie. Lanen komen vooral voor nabij landgoederen. Ook wel allee genoemd.
Let op: Spelling van 1914 Zie GENIPA.