Zie ook:
ladder

ladderen werkw. Afbreekpatroon: lad·de·ren Verbuigingen: ladderde Vervoegingen: geladderd (volt.deelw.)
1) ''(onder studenten)'' op een ladder naar huis dragen (van iemand die teveel gedronken heeft) 2) ''(van kousen)'' beschadigd raken waardoor een of meer draadjes in een fijn weefsel losraken en een langgerekt patroo...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/ladderen
Geen exacte overeenkomst gevonden.