
de langlaufer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'lɑŋlɑufər ] Afbreekpatroon: lang·lau·fer Verbuigingen: langlaufers (meerv.) de langlaufster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'lɑŋlɑufstər ] Afbreekpatroon: lang·lau·fer Verbuigingen: langlaufsters (meerv.)
iemand die langlaufen als sport beoefent ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/langlaufer

1) Sportman 2) Beoefenaar van een zekere wintersport 3) Wintersporter 4) Sportbeoefenaar
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Langlaufer/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.