
de Litouwer zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'litɑuwər ] Afbreekpatroon: Li·tou·wer Verbuigingen: Litouwers (meerv.) de Litouw - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'litɑuw - sə ] Afbreekpatroon: Li·tou·wer Verbuigingen: Litouwsen (meerv.)
iemand met de Litouwse nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Litouwer

1) Inwoner van noord-europa 2) Inwoner van Noordoost-Europa 3) Inwoner van Litouwen 4) Inwoner van Europa 5) Inwoner van een Baltische staat 6) Inwoner van Oost-Europa
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Litouwer/1

iemand met de Litouwse nationaliteit; iemand die behoort tot het Litouwse volk; iemand die afkomstig is uit Litouwen; inwoner van Litouwen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Litouwer

• [demoniem] een inwoner van Litouwen, of iemand afkomstig uit Litouwen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Litouwer
Geen exacte overeenkomst gevonden.