
Aanduiding voor de tekstuele instantie die de impliciete auteur van het lyrisch gedicht (lyriek) zou kunnen worden genoemd. Hierbij moet men aantekenen dat het lyrisch subject soms min of meer expliciet aanwezig is in de tekst, daar waar woorden als ‘ik’ of ‘mijn’ worden gebruikt (het ‘lyrisch ik’).
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0013.php

Aanduiding voor de tekstuele instantie die de impliciete auteur van het lyrisch gedicht (lyriek) zou kunnen worden genoemd. Hierbij moet men aantekenen dat het lyrisch subject soms min of meer expliciet aanwezig is in de tekst, daar waar woorden als ‘ik’ of ‘mijn’ worden gebruikt (het ‘lyrisch ik’).
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0013.php

Aanduiding voor de tekstuele instantie die de impliciete auteur van het lyrisch gedicht (lyriek) zou kunnen worden genoemd. Hierbij moet men aantekenen dat het lyrisch subject soms min of meer expliciet aanwezig is in de tekst, daar waar woorden als `ik` of `mijn` worden gebruikt (het `lyrisch ik`). Zie ook deixis.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02379.php

Aanduiding voor de tekstuele instantie die de impliciete auteur van het lyrisch gedicht (lyriek) zou kunnen worden genoemd. Hierbij moet men aantekenen dat het lyrisch subject soms min of meer expliciet aanwezig is in de tekst, daar waar woorden als `ik` of `mijn` worden gebruikt (het `lyrisch ik`). Zie ook deixis.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02379.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.