de campus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'kɑmpʏs ] Afbreekpatroon: cam·pus Verbuigingen: campussen (meerv.) terrein van een universiteit met woningen, bibliotheek, restaurant en sportzalen voor studenten en docenten Voorbeeld: 'kiezen tussen wonen op de campus of op een kamer in de stad' Gevonden op https://www.woorden.org/woord/campus