Spreekwoorden: (1914) Man en paard noemen. ‘Dat is, van hem duidelijk en omstandig melding doen, als of men zulk een ruiter, op zoodanig een paard beschreef’; Tuinman I, 234. Volgens het Ndl. Wdb. IX, 170 komt deze zegswijze sedert de 16<sup>de<-sup> eeuw voor1). Zie verder Halma, 337: Man en paerd... Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10778