het meubilair zelfst.naamw. Uitspraak: [ møbi'lɛ:r ] Afbreekpatroon: meu·bi·lair alle meubels bij elkaar Voorbeeld: 'het meubilair opzij schuiven als er geschilderd wordt' Synoniem: huisraad Synoniemen: ameublement huisraad inboedel meubelen meubels meubilering 
1) Interieur 2) Interieurinrichting 3) Meubelen 4) Meubilering 5) Onderdeel van de huisraad 6) Meublement 7) Huisraad 8) Wooninrichting 9) Ameublement 10) Inboedel 11) Boedel 12) Meubels 13) Tafels, stoelen en kasten 
De voorwerpen die ergens staan.
alle meubels bij elkaar vb: het meubilair van mevrouw Maaswinkel is nogal ouderwets
'Meubilair' is een verzamelnaam voor allerhande meubels die worden gebruikt in en om het huis, een kasteel of een kerk. Soms bestelt de klant het gewenste meubel bij de winkel waarna dit op bestelling bij de fabriek wordt gemaakt en afgeleverd bij de klant.
de meubels waarmee een huis is gestoffeerd
Meubilair zijn de meubels in een huis. [basiswoordenlijst groep 7]