
(monopedie of monopodie) Term uit de prosodie voor die vorm van monometrie waarin de afzonderlijke versvoet als zodanig ervaren of geteld wordt. Men zal dit verschijnsel vooral daar aantreffen waar versvoetgrens en woordgrens samenvallen. Zo overheerst trocheïsche (trochee) monopedie in de volgende regel van Jacobus Bellamy
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0014.php
Etym: Gr. monos = alleen, enig; Lat. pes/pedis = voet. - Term uit de prosodie voor die vorm van monometrie (monometer), ook wel monopodie genoemd, waarin de afzonderlijke versvoet als zodanig ervaren of geteld wordt. Men zal dit verschijnsel vooral daar aantreffen waar versvoetgrens en woordgrens samenvallen. Zo overheerst trocheïsche (troc...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02434.php

Een uit één voet bestaande versmaat Afgeleid van het Latijnse pes (voet)
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10168
Geen exacte overeenkomst gevonden.