
de Noord-Koreaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ nortkore'jan ] Afbreekpatroon: Noord-Ko·re·aan Verbuigingen: Noord-Koreanen (meerv.) de NoordKoreaan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ nortkore'jan - sə ] Afbreekpatroon: Noord-Ko·re·aan Verbuigingen: Noord-Koreaansen (meerv.)
iemand met de Noord-Koreaanse nationaliteit ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/Noord-Koreaan

1) Inwoner van Azië 2) Inwoner van Oost-Azië 3) Inwoner van Noord-Korea
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Noord-koreaan/1

iemand met de Noord-Koreaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Noord-Koreaanse volk; iemand die afkomstig is uit Noord-Korea; inwoner van Noord-Korea In het meervoud ook in toepassing op het volk en, meestal in het meervoud, ook in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of andere groep.
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Noord-Koreaan
Geen exacte overeenkomst gevonden.