oefenzaal zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: oe·fen·zaal Verbuigingen: oefenzalen (meerv.) Verbuigingen: oefenzaaltje (verkleinwoord) een ruimte die geschikt is voor het aanleren of trainen van een bepaalde vaardigheid Voorbeelden: 'Wij hadden blokfluitles in een oefenzaal van de muziekschool' , '- Na hun afstuderen zou het over en uit zi...