Zie ook:
omcirkel

omcirkelen werkw. Uitspraak: [ ɔmˈsɪrkələ(n) ] Afbreekpatroon: om·cir·ke·len Vervoegingen: omcirkelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft omcirkeld (volt.deelw.)
een cirkel om iets heen tekenen of maken Voorbeeld: 'een rood omcirkeld icoontje' Synoniemen: draaien om een cirkel tekenen om omsingelen omsluiten
Gevonden op
https://woorden.org/woord/omcirkelen

1) Rondtrekken 2) Omsingelen 3) Met een rondje aangeven 4) Omsluiten
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Omcirkelen/1

De klassieke opening van een matchrace. Na het binnenvaren van het startgebied beginnen beide tegenstanders elkaar te omcirkelen in de richting van de klok, waarbij elk probeert de beste positie te verkrijgen en te verhinderen dat de ander die positie krijgt.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10827

Omcirkelen is in een verslag of betoog ergens een cirkel omheen trekken om er de aandacht op te vestigen.
[basiswoordenlijst groep 6]Gevonden op
https://wikikids.nl/Omcirkelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.