
Etym: Eng. alwetendheid < Lat. omnia = alles; scire = weten. - Engelse term ter aanduiding van de alwetendheid van een alwetende verteller, die boven het verhaal staat en daardoor in principe kennis heeft van verleden, heden en toekomst, en inzicht heeft in de intieme gedachten en gevoelens der personages.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_03097.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.