
omplanten werkw. Afbreekpatroon: om·plan·ten Verbuigingen: plantte om Vervoegingen: omgeplant (volt.deelw.)
1) (een plant) op een andere plaats zetten. Voorbeeld: 'Volgens mij staat die struik daar veel te vochtig en moet je ze omplanten naar een drogere plek.'
2) (twee planten) van plaats verwisselen. Voorbeeld: '...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/omplanten
Geen exacte overeenkomst gevonden.