onttakelen werkw. Afbreekpatroon: ont·ta·ke·len Verbuigingen: onttakelde Vervoegingen: onttakeld (volt.deelw.) 1) het van een (zeil-)schip verwijderen of verliezen van tuig en uitrusting: masten, laadbomen, staand en lopend want, verlichting enz. Voorbeeld: 'Na zo'n lange reis werd een schip geheel onttakeld en van nieuwe tuigage... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/onttakelen
1> de takelage, dus al het touwwerk, wegnemen. [ Uitdrukkingen e.d. ] Zie ook: aftakelen en onttakeld. Vroeger meestal gedaan wanneer men langere tijd, bijvoorbeeld voor de winterrust, stopte. Volgens Witsen in Aeloude en hedendaegsche Scheepsbouw en Bestier van 1690 heeft het slechts betrekking op het staande en lopende want (dus niet op al... Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=o#onttakelen