het ooglid zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈoxlɪt ] Afbreekpatroon: oog·lid Verbuigingen: oogleden (meerv.) huid direct boven je oog die je oog kan bedekken 
1) Deel van een oog 2) Deel van het gelaat 3) Deel van het gezicht 4) Deel van een gelaat 5) Deel van het hoofd 6) Deel van het oog 7) Oogdeksel 8) Scheel 9) Huid dat het oog bedekt 10) Lichaamsdeel 11) Oogscheel 12) Oogklep 
stukje huid dat je oog bedekt als je het sluit vb: op zijn ooglid liepen allemaal kleine adertjes
Een 'ooglid' is een huidplooi die de ogen beschermt tegen vuil en vocht. Aan de rand van het bovenste en onderste ooglid bevinden zich haren die wimpers worden genoemd.
onderdeel van het oog dat het oog vochtig houdt
Blepharon, palpebra..
huidplooi over het oog (toon de herkomst via de etymologiebank)
Elk oog heeft een bovenooglid (palpebra superior) en een onderooglid (palpebra inferior), die aan de buitenkant met zachte huid en aan de binnenkant met slijmvlies (oogbindvlies) bedekt zijn. Spieren zorgen voor het bewegen van de oogleden. Aan de rand van het ooglid zitten sterke haren, die het oog tegen het binnendringen van vreemde lichamen besc...