opkronkelen, krinkelend naar boven gaan, omhoog gaan - Voorbeeld: ‘Kerlo lei het vuur aan buiten voor de deur. Hij stak een haas op het spit en draaide. De vlam lekte met de opkrinkelende rook naar de boomkruinen omhoog’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php