
opdagen, naderen, optrekken (WNT) - Voorbeeld: ‘
Hoe laat is 't al? en wanneer begint die keuringe? Hij zat zich te overletten hoe hier van Verschaeve weg te geraken en of er nog tijd was om, getooid en gemooid met zijn beesten aan te komen... Zie, er kwamen er nog altijd andere optiegen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.