
de overbuur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: over·buur Verbuigingen: overburen (meerv.) Verbuigingen: overbuurtje (verkleinwoord)
1) iemand die aan de overkant van de straat woont 2) iemand die woont naast je buren . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/overbuur
Geen exacte overeenkomst gevonden.