I het polo zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'polo ] balsport met twee groepen ruiters sport II polo zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'polo ] Afbreekpatroon: 'po - lo Verbuigingen: polo's (meerv.) Verbuigingen: polootje (verkleinwoord) kledingstuk met korte mouwen, een overhemdkraag en een korte halsopening met knopen kleding
1) Engels spel met paarden 2) Paardensport met bal 3) Tricot overhemd 4) Dans 5) Paardensport 6) Kleding voor het bovenlichaam 7) Paardensport met een bal 8) Tak van sport 9) Italiaanse ontdekkingsreiziger 10) Kledingstuk 11) Kledingstuk met korte mouwen 12) Tricot sporthemd 13) Wedstrijdsport 14) Sport 
Een ruiterspel met bal en stick voor teams van vier spelers. Polo ontstond waarschijnlijk in Perzië, maar werd overal in het Oosten gespeeld, vooral in China en India.
Polo is een Afrikaanse jongensnaam. Het betekent `krokodil`.
Spaanse zigeunerdans in driedelige maat
balspel te paard (toon de herkomst via de etymologiebank)
Spaans zigeunerdanslied in driedelige maat
balspel