de populier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'popy'lir ] Afbreekpatroon: po·pu·lier Verbuigingen: populieren (meerv.) snelgroeiende loofboom Voorbeeld: 'een rij populieren langs de weg' 
1) Zeer hoge boom 2) Loofboom 3) Abeel 4) Energiegewas 5) Esp 6) Popel 7) Grote loofboom 8) Pappel 9) Geneeskrachtige plant 10) Peppel 11) Wilgachtige plant 12) Witblad 13) Hoge boom 14) Hoge loofboom 15) Salicacee 16) Weekhout 17) Plant 18) Salicaceeën 19) Boom 20) Boom in Europa 21) Mistelboom 
Populus, populier • mijn eindigt in een ronde uitsnede: Tachyerges decoratus 
(Genus Populus) -Populier- Volledige wetenschappelijke naam: Populus L.
loofboom met rechte stam vb: we hoorden het ritselen van de bladeren in de populier
'Populier' ('Populus'), ook wel 'poppel' of 'peppel', is een geslacht van loofbomen uit de wilgenfamilie ('Salicaceae'). De snelgroeiende populieren kunnen tot 40 m hoog worden.
•"(plantk.)" zeer snel groeiende boom uit de wilgenfamilie (Populus) (+audio)
plantengeslacht