de poet zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ put ] gestolen geld informeel Voorbeeld: 'de verdeling van de poet' Synoniem: buit Spreekwoorden en zegswijzen • iemand een poet s bakken (=een grap met iemand uithalen) Naar de spreekwoorden 
1) Gestolen bui 2) Kalf 3) Klucht 4) Kleine diefstal 5) Massa 6) Gestolen buit 7) Geld 8) Lieveling 9) Hoop 10) Jong lief meisje 11) Buit (volkstaal) 12) Buit 
kalf (VD II 3) - Voorbeeld: ‘Bij de dreef gekomen, week Vermeulen van de oprit af om de groei der gerzing na te gaan, en de jonge veerzen en poetjes te bezien die sedert gisteren op de weide gestoken waren’
Bargoens: geld, buit
Amsterdams woord voor gestolen goed
(Amsterdams) opbrengst van een criminele deal (diefstal, oplichting)
Bargoens: geld, buit (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Bargoens, boeventaal] een poet lood (een hoop geld).