projecteren werkw. Uitspraak: [ projɛkˈterə(n) ] Afbreekpatroon: pro·jec·te·ren Vervoegingen: projecteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geprojecteerd (volt.deelw.) met licht iets op een scherm of wand tonen Voorbeeld: 'je presentatie met een beamer projecteren' Gevonden op https://woorden.org/woord/projecteren
opnamen uitvergroten en tonen vb: hij projecteerde de film op een scherm zo vervuld zijn van je eigen gedachten dat je denkt dat iemand anders hetzelfde denkt vb: mijnheer Van der Post projecteert zijn afkeer van honden op mij Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
Projecteren is iets ergens op afbeelden; je eigen mening voor die van ander laten doorgaan. Lichtbeelden kun je op een wit vlak projecteren met een projector . [basiswoordenlijst groep 7] Gevonden op https://wikikids.nl/Projecteren