de quad zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kwɔt ] Verbuigingen: quads (meerv.) open motorvoertuig met een recht stuur vier wielen met brede banden Voorbeeld: 'De afdeling traumatologie constateert een toename van dodelijke ongelukken met quads.' 
1) Klein vierwielig motorrijtuig 2) Klein voertuig 3) Motorrijtuig 4) Vierwielige motor met een motorstuur 5) Vierwielige motor 6) Vierwielig terreinvoertuigje 7) Vierwielig motorwagentje 8) Voertuig 9) Motorvoertuig 10) Vierwielig motorrijtuig 11) Motorfiets met vier wielen 12) Motorfiets 13) Vervoermiddel 
motor met vier grote, brede wielen bestemd voor zwaardere terreinen apparaat waarmee vier camera's kunnen worden aangesloten op één monitor
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Sportterm), quadruplet.
Een quad is een hotelkamer waar men met 4 personen kan overnachten.
motorvoertuig op vier wielen zonder carrosserie
(Eng: quad) Kabel van vier afzonderlijke ineengestrengelde draden.
(Eng: quad) 1. Een combinatie van vier componenten zoals diodes, transistoren, enzovoort, die in een enkelvoudige behuizing zijn ondergebracht. De componenten zijn over het algemeen zorgvuldig gekozen en op elkaar afgestemd. 2. Een combinatie van vier afzonderlijk geïsoleerde geleiders in een kabel. Soms zijn dit twee getwiste aderparen. 3....
(Eng: quad) 1. Een gesloten grafische figuur die vier aaneensluitende randen (zijkanten) heeft. 2. Een kabel die uit vier afzonderlijke geïsoleerde en vervlochten geleiders bestaat.