quadrupleren werkw. Afbreekpatroon: qua·dru·ple·ren Verbuigingen: quadrupleerde Vervoegingen: gequadrupleerd (volt.deelw.) 1) verviervoudigen Voorbeeld: 'Dit quadrupleerde de winst.' 2) viermaal iets doen, met name een inschrijving voor een academisch studiejaar Voorbeeld: 'Als je na trissen probeert te quadrupler... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/quadrupleren