quoteren werkw. Uitspraak: [ kwo'terə(n) ] Afbreekpatroon: quo·te·ren Vervoegingen: quoteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gequoteerd (volt.deelw.) een waarderingscijfer geven Voorbeeld: 'Er zijn drie beoordelaars om de proefpersonen te quoteren.' Gevonden op https://woorden.org/woord/quoteren