de regendruppel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: re·gen·drup·pel Verbuigingen: regendruppels (meerv.) Verbuigingen: regendruppeltje (verkleinwoord) een druppel die als regen uit de lucht naar beneden valt Voorbeeld: 'Eén regendruppel is niet zo erg maar ik hoop niet dat het zo echt gaat regenen!' . 2 definities...
1) Neervallend waterspatje 2) Spat 1) Spat 
•een druppel die als regen uit de lucht naar beneden valt.