
rondrijden werkw. Uitspraak: [ 'rɔntrɛidə(n) ] Afbreekpatroon: rond·rij·den Vervoegingen: reed rond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft rondgereden (volt.deelw.)
in verschillende richtingen of in een cirkel rond iets rijden Voorbeelden: 'We hebben eerst nog een uur rondgereden voordat we het hotel gevonden hadden.' , 'een beetje r...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/rondrijden

1) Rondgaan 2) Rondleiden 3) Rondtoeren 4) Met een voertuig rondleiden 5) Toeren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Rondrijden/1

Rondrijden is rijden zonder een bestemming te hebben.
[basiswoordenlijst groep 4]Gevonden op
https://wikikids.nl/Rondrijden
Geen exacte overeenkomst gevonden.