de rugbyspeler zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: rug·by·spe·ler Verbuigingen: rugbyspelers (meerv.) Verbuigingen: rugbyspelertje (verkleinwoord) een speler die de sport rugby speelt. Voorbeeld: 'De rugbyspeler schopte de rugbybal naar voren.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rugbyspeler