de scharrelkip zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈsxɑrəlkɪp ] Afbreekpatroon: schar·rel·kip Verbuigingen: scharrelkippen (meerv.) kip met een minimum aan ruimte om natuurlijk gedrag te vertonen Antoniem: batterijkip 
1) Beter vlees 2) Legkip 3) Boerderijdier 
kip die vrij rondloopt, meestal in een ruime scharrelstal of in een stal met een vrije uitloop; kip die scharrelt kippenvlees afkomstig van scharrelkippen; panklare, voor consumptie geschikte kip die bij leven vrij rondscharrelde Soms ook als stofnaam.
• [dierkunde] een kip die op een zo natuurlijk mogelijke wijze mag leven en vrij bewegen (scharrelen).
Loslopende (leg)kip met relatief veel bewegingsruimte (i.t.t. legbatterijkip) (z.o. bio-industrie)..