de schelling zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: schellingen Verbuigingen: schellinkje oude Nederlandse munt van zilver met een waarde van zes stuivers en in Vlaanderen van 12 groten of 1/20 van één livre 
1) Munt 2) Oude munt 3) Oud zilverstuk 4) Filosoof 5) Zilveren muntstuk 6) Zilveren munt 7) middeleeuwse munt 8) Vreemde munt 9) Nederlandse munt 10) Belgische munt 11) Duitse filosoof 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] de volksbenaming voor 30 cent, was vroeger een werkelijk bestaande munt van 6 stuivers, en kwam in 1601 in algemeen gebruik. De oudste droegen op de keerzijde een rijk gebloemd kruis en heetten daarom roosschellingen, omstreeks denzelfden tijd tot in 't laatst der 17e eeuw besto...
munt (toon de herkomst via de etymologiebank)
Friedrich (Wilhelm Joseph) von Schelling (1775-1854). Filosoof.
P: munt ter waarde van 6 stuiver. K: Nederlandse munt ter waarde van 1-8 rijksdaalder.
Zes stuivers.(Woordenlijst vocsite.nl)
zesstuiverstuk
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] munt 17e-18e eeuw , gelijk aan 6 stuivers, ook betaalmiddel, 1 schelling = 12 denier (ca 11e eeuw). ook betaalmiddel, 1/20 pond = 12 schellingen