
Spreekwoorden: (1914)
Een scheeved.w.z. vreemd, zonderling, onbehoorlijk handelen. Vgl. Harreb. II, 240: Hij rijdt een rare schaats; Kippeveer I, 135: Maar hij moet geen baas spelen en vooral nu niet; want Landek rijdt een scheve schaats. Waarmee? vroeg Kippeveer verwonderd. Omdat hij lijnrecht en opzettelijk tegen de Sc...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.