de schoonzus zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈsxonzʏs ] Afbreekpatroon: schoon·zus Verbuigingen: schoonzussen, schoonzusters (meerv.) echtgenote van je broer of zus, of zus van van degene met wie je getrouwd bent Gevonden op https://woorden.org/woord/schoonzus
aangetrouwde zus van iemand, hetzij als echtgenote van een broer van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenote of haar echtgenoot; in het geval van een gelijkslachtig huwelijk ook hetzij als echtgenote van een zus van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenoot of haar echtgenote Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/schoonzus
Een 'schoonzus', 'zwagerin' of 'zwageres' is een vrouwelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk. Het mannelijk equivalent is schoonbroer of zwager. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Schoonzus