1) Deel van een zeilboot 2) Onderste razeil 
het grootzeil. Onder het meervoud schoverzeilen verstaat men grootzeil en fok samen, de enige zeilen die bij een sterk doorstaande wind werden gevoerd [zie ook: onderzeilskoelte].
VOC - Zeilen en tuigage: onderste razeil aan de grote mast van fluiten, pinassen, katten, buizen, hoekers e.d. Ook grootzeil genoemd.
soort van breefok op de Duitse aken, kenen en de Samoreus . Naar het schijnt is de wijze waarop men het schoverzeil zet een andere dan die die men gebruikt om de breefok te zetten. Ook geschreven als schooverzeil . Over het schoverzeil vertelt E.W. Petrejus dat het met ra en al gehesen en gestreken werd. In rust lag het langsscheeps naast de mas......