krabbelen, (zacht) krabben, schrammen wrijven - Voorbeeld: ‘Hare ruwe voorschoot schravelde mijne handen en mijne wangen’ - Voorbeeld: ‘Uw godsdienst is er een van vanen en parade! Brave parochie, met devotie van babbelwijven, die bidden dat hun tanden vlassen, schravelen in de aflaten gelijk een vrek met zijn geld, waarmede ze mene... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php