schroeven werkw. Uitspraak: [ ˈsxruvə(n) ] Afbreekpatroon: schroe·ven Vervoegingen: schroefde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geschroefd (volt.deelw.) (vast)maken met een schroef (1) in elkaar schroeven (construeren met behulp van schroeven) 'een kinderbedje in elkaar schroeven' Zie ook: schroef Synoniemen: bevestigen klemmen op...
1) Schuren 2) Schaven 3) Bevestigen 4) Vijzen 5) Opschroeven 6) Klemmen 7) Hechten 8) Vastmaken 9) Draaien 
het met schroeven vastmaken vb: deze plaat is aan de wand geschroefd
met een schroef bevestigen
Schroeven is met een schroevendraaier schroeven indraaien. [basiswoordenlijst groep 3]
oude (in de periode dat raderboten nog in de meerderheid waren), maar ook toen, zelden gebruikte term, voor het varen met een schip , dat voor de voortstuwing een schroef gebruikt.
Schroeftransporteur Schroeftransporteur samenstelling Archimedes schroef Met behulp van Schroeven kunnen bijvoorbeeld granulaten en poeders worden getransporteerd. Schroeven kunnen ook ingezet worden als mengers, persen en doseersystemen Inhoud 1 Typen 2 Industrieën 3 Voordelen trogschroef t.o.v. een kokerschroef 4 Voordelen kokerschroef t.o.v. ee...
schuifelen (toon de herkomst via de etymologiebank)