de score zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈskorə ] Afbreekpatroon: sco·re Verbuigingen: scores (meerv.) aantal punten dat je in een test of wedstrijd gehaald hebt Voorbeelden: 'In de pauze was de score 2-1.' , 'bij een taaltoets een score 8 halen' Synoniemen: puntenaantal stand 
1) Stand in een wedstrijd 2) Stand bij sport 3) Behaalde wedstrijdpunten 4) Sportterm 5) Stand bij een sport 6) Term bij cricket 7) Behaalde punten 8) Term uit het cricket 9) Resultaat 10) Term bij voetbal 11) Opbrengst 12) Uitslag 13) Kaartterm 14) Stand 15) Sportuitslag 16) Wedstrijdstand 17) Wedstrijduitslag 
uitslag
De score is het totaal van de rendementen van alle adviezen van het instituut of beleggingsgoeroe.
Op de scorekaart wordt de stand bij gehouden: de score, het totaal aantal slagen of punten. 
muziek voor een film.
aantal behaalde punten (toon de herkomst via de etymologiebank)
aantal punten dat is behaald vb: je score voor deze oefening is 100%
•het aantal behaalde punten. •de puntenverhouding in een wedstrijd.
Partituur of bladmuziek. Strikt genomen de volledige partituur maar sommige programma's maken onderscheid tussen Score en Full Score. Full Score is dan de complete partituur en Score is een gedeelte van de partituur (bijvoorbeeld 1 enkele partij). Score is ook de naam van het notatiedeel in de meeste programma's. 
uitslag
Score is de stand in een sportwedstrijd. [basiswoordenlijst groep 6]