separeren werkw. Afbreekpatroon: se·pa·re·ren Verbuigingen: separeerde Vervoegingen: gesepareerd (volt.deelw.) afzonderen, van elkaar scheiden, afscheiden Voorbeeld: 'het separeren van de variabelen heeft al vele problemen opgelost' . Synoniemen: afscheiden afsplitsen afzonderen scheiden splitsen 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/separeren
1) iets van iets anders afscheiden of afzonderen 2) iemand in ruimtelijke en sociale zin afzonderen als zijn geestelijke of lichamelijke gesteldheid daartoe aanleiding geeft Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/separeren
Het met elastiekjes (separatie-elastiekjes of separators), kleine veertjes of ligaturen uit elkaar duwen van kiezen, om het mogelijk te maken dat hier banden om kunnen worden geplaatst. Gevonden op https://www.orthoalmelo.nl/orthodontisch-woordenboek-2/