de slagroom zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈslaxrom ] Afbreekpatroon: slag·room room die stijf wordt als je hem klopt Voorbeeld: 'ijs met slagroom' Spreekwoorden en zegswijzen • dat zijn aambeien met slagroom (=dat zijn dingen die niets met elkaar van doen hebben) Naar de spreekwoorden 
1) Topping 2) Schuim 3) Zuivelproduct 4) Bakingrediënt 5) Zoete melkspijs 6) Melkspijs 7) Melkproduct 8) Lekkernij 
vette, stijfgeklopte room (toon de herkomst via de etymologiebank)
room die meestal stijfgeklopt gegeten wordt vb: we hebben vandaag taart met slagroom
vette room die gezoet of ongezoet stijf geslagen of geklopt kan worden; ook: geslagen, geklopte room luchtige, zoete room die in een spuitbus te koop wordt aangeboden; luchtige room uit een spuitbus
'Slagroom' kan worden bereid uit verschillende soorten dunne room die van de volle melk worden geschept. Ten onrechte wordt beweerd dat François Vatel ter gelegenheid van het grote feest in 1671 (tijdens welk hij zich zou suicideren) op het Kasteel van Chantilly de 'Crème Chantilly', opgeklopte (geslagen) room met vanille, introduceerde.
•room met een vetgehalte van minstens 40%, die opgeklopt kan worden, onder andere gebruikt om taarten en gebak te decoreren.
vette, stijfgeklopte room