de slobkous zelfst.naamw. Verbuigingen: slobkousen Verbuigingen: slobkousje 1) korte beenkap die over de instap van het schoeisel wordt gedragen om de broek tegen modder te beschermen 2) kous zonder voet 
1) Souspied 2) Beenbedekking 3) Voetbekleedsel 4) kledingstuk 5) Gette 6) Get 7) Stramp 8) Spat 9) Gamasche 10) Wagge 
het onderbeen en de bovenzijde van de klomp bedekkend kledingstuk van oliegoed. Ook slofkous , zeilepatters of salpatsers genoemd.
sok zonder zool
sok zonder zool (toon de herkomst via de etymologiebank)
Korte beenkappen die over de instap worden gedragen en meestal worden vastgemaakt met een riempje onder de voet. Werden vooral aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw gedragen
'Slobkousen', 'gamaschen' of 'gaiters' zijn korte beenkappen die over de instap van het schoeisel worden gedragen en over het algemeen bevestigd met een riempje onder de voet. De eerste slobkousen werden bij de infanterie in het leger gebruikt om laarzen en broek te beschermen tegen vuil of beschadiging.