1) Geweer 2) Historisch wapen 3) Nederlandse munt 4) Nederlandse munt vóór de euro 5) Oud geweer 6) Ouderwets geweer 7) Ouderwets vuurwapen 8) Ouderwtsgeweer 9) Primitief vuurwapen 10) Schiettoestel 11) Schiettuig 12) Struikrover te paard 13) Vuurroer 14) Vuurwapen 15) Wapen 16) Zilveren munt 1) Geweer 2) Snoeshaan 3) Snuiter 4) Vent 5) Vuurroer 
geweer, waarbij de lont aan een haan bevestigd is, die `als met een snap affsprong`. Zie Ten Raa-De Bas-Wijn III, blz. VIII en plaat 9; IV, blz. VII.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Snaphaan``] Zie Handvuurwapens
geweer (toon de herkomst via de etymologiebank)
[I] (verouderd) rover te paard; vent, snoeshaan, snuiter [II] geweer
geweer
(m) - vrijbuiter of diens geweer